De zevenentwintigjarige Tamara is pedagogisch medewerker bij Doomijn in Zwolle. Daarnaast werkt ze als onderwijsassistent op de naastgelegen basisschool. Een volle werkweek en aan afwisseling geen gebrek: precies de redenen dat ze deze banen zo graag combineert.
Het grootste gedeelte van haar werkweek is Tamara te vinden op de basisschool als onderwijsassistent. Op dinsdag en donderdag wandelt ze ‘s middags de glazen gang door naar haar tweede werkplek: de bso. Tamara: “Die afwisseling vind ik heel fijn. Op school is alles heel gestructureerd en gaat leren veel gerichter. Afhankelijk van de leerbehoefte van de kinderen, ga ik met ze aan de slag: rekensommen maken, een boek lezen of dictees oefenen. Op de bso daarentegen mogen de kinderen zelf kiezen wat ze willen doen. Dat geldt overigens ook voor mij. Ik vind dansen heel leuk en op de bso is daar alle ruimte voor.”
"In beide rollen wil ik ze iets leren, dat geeft heel veel voldoening."
Tamara
Als onderwijsassistent ondersteunt Tamara de kinderen uit groep 5 en 6. “Het leuke aan deze leeftijd vind ik dat deze kinderen al gerichte vakken krijgen op school zoals taal, rekenen en spelling. Ik kan hen dus heel gericht ondersteunen, bijvoorbeeld door dingen extra uit te leggen.” Op de bso werkt ze juist met de jongere kinderen, namelijk uit groep 1 en 2. “Deze kinderen zijn veel afhankelijker van mij dan de oudere kinderen; die weten heel goed wat ze willen doen. Daarom vind ik het zo leuk om met de kleintjes te werken: zij hebben mij op de bso veel meer nodig.”
Al zijn de functies nog zo verschillend, er is één grote overeenkomst. “In beide rollen wil ik ze iets leren, zodat ze groeien. En dat geeft heel veel voldoening. De lach die ik zie bij kinderen als iets ineens wel lukt door een aanwijzing van mij: dat vind ik zo mooi. Wel vind ik het belangrijk dat kinderen zoveel mogelijk zelf doen: op de bso én op school. Het is zo makkelijk om alles voor een kind te doen, maar ze kunnen heel veel zelf! Vaak meer dan ze zelf denken. Hoe mooi dat ik ze kan helpen om dat in te zien?”